Met lood in mijn schoenen ging ik dus meespelen op de clubavond. Uiteraard verlies ik tot nu toe alles, maar af en toe lukt het bewust een aanval op te zetten en heel soms gloort er zelfs even een matstelling. Hoewel ik die kansen meestal snel verpruts, zie ik dan wel hoe het kan. Dat motiveert weer om oefeningen te doen en het daar geleerde weer proberen toe te passen.
We weten al heel lang dat dit ook geldt voor taalleren. Taalcontact is een van de belangrijkste succesfactoren voor taalleren. Toch gebeurt dit nu veel te weinig. Docenten vinden het lastig om praktijkleren in te bouwen in hun lessen. Taalscholen ondersteunen hun docenten hier onvoldoende in en het inburgeringsexamen geeft ook geen prikkel om actief te werken aan praktijkgericht taalleren. Vanuit de participatiewet investeren gemeenten wel in praktijkplekken, maar op die plekken wordt lang niet altijd gesproken, gelezen of geschreven. En ook is er meestal geen verbinding tussen het taalleren in de inburgering en het taalleren op de praktijkplek. Veel inburgeraars geven aan dat ze tijdens de inburgering hebben leren lezen en schrijven, maar niet goed hebben leren spreken. Er wordt te weinig gesproken, ze hebben niemand om mee te praten en ze gaan er niet op uit om te praten. Zij vinden dit een groot gemis en hopen dat hier in de nieuwe inburgering meer aandacht voor zou komen.
Gelukkig zien de plannen er wat dat betreft goed uit. De minister wil duale trajecten met zowel taalleren als participatie. Prima natuurlijk, mits deze twee verbonden worden en dat is helaas niet vanzelfsprekend. Gemeenten denken hard na over de brede intake, verbinding met het sociaal domein, over de klantreis en over participatie, maar op dit moment hoor ik veel te weinig over taalleren. Taalleren is de expertise van de taalaanbieders, maar voor praktijkgericht taalleren gericht op participatie is meer nodig:
- Een visie van de gemeente dat participatie en taalleren met elkaar verbonden moeten worden.
- Participatieplekken die geschikt zijn voor taalgebruik en taalleren en waar mensen worden betrokken en zo nodig ondersteund.
- De verbinding tussen taalleren in de inburgering en taalleren op de participatieplek, zie voor meer informatie het project VIME op de website van Het Begint met Taal.
- Taalcoaches en andere vrijwilligers die het praktijkgericht taalleren kunnen ondersteunen.
- Praktijkgericht leren als integraal onderdeel van het taalleren in de inburgering, zie voor meer informatie hierover onze projectpagina.
Op naar een schaakmat!